Drieluik – toekomstvoorzieningen

Deel 1 – de opbouw

Dit artikel maakt deel uit van een drieluik over toekomstvoorzieningen, en dan met name over de bancaire lijfrente (ook wel banksparen genoemd). Deel 1 van deze drieluik gaat over de opbouwfase. In deel 2 gaan we in op de uitkeringsfase, en tot slot in deel 3 gaan we in op enkele specifieke situaties rond de bancaire lijfrente.

Wat is een bancaire lijfrente
Een bancaire lijfrente, ook wel lijfrenteverzekering, is een vorm van sparen voor een aanvulling op het AOW-inkomen en/of het pensioeninkomen. Er wordt eenmalig of periodiek een geldbedrag gestort op een geblokkeerde (bank)rekening bij een bank, verzekeraar of beleggingsinstelling. Het tegoed komt op de AOW-gerechtigde leeftijd vrij voor het aankopen van een periodieke uitkering.

Hoe vindt opbouw plaats?

• De inleg in banksparen kan onder voorwaarden in aftrek worden gebracht in de aangifte inkomstenbelasting.
• Premies voor een lijfrente die dienen ter compensatie van een pensioentekort zijn aftrekbaar indien een voorzover sprake is van een pensioentekort. Dit pensioentekort wordt berekend aan de hand van de jaarruimte en de reserveringsruimte.

Jaarruimte en reserveringsruimte
Voor de berekening van de jaarruimte wordt steeds aangesloten bij de inkomensgegevens van het voorafgaande kalenderjaar. Indien pensioenopbouw via een werkgever plaatsvindt, wordt ook gekeken naar de aangroei in de pensioenregeling (factor A). Wordt pensioen onder de Wet Toekomst Pensioen (WTP) opgebouwd, dan wordt niet naar de factor A gekeken, maar naar de ingelegde pensioengelden.

Met ingang van het jaar 2023 is de jaarruimte aanzienlijk vergroot. Voor het jaar 2025 bedraagt de maximale jaarruimte om af te storten in een lijfrente € 35.798. Alle jaarruimte uit oude jaren die niet benut is, wordt omgezet in reserveringsruimte. Uiterlijk in het tiende kalenderjaar, na het ontstaan, dient inleg ten laste van de reserveringsruimte te hebben plaatsgevonden. De inleg ten laste van de reserveringsruimte is ook aan maxima gebonden. Voor het jaar 2025 mag maximaal € 42.108 uit de reserveringsruimte worden gestort. De inleg in banksparen vormt een aftrekpost op het belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1), en vindt plaats tegen het van toepassing zijnde belastingtarief (tussen 19,07% en 49,50%).

Voorbeeld

Gedurende een periode van 10 jaar leg je maandelijks € 500 in op een bankspaarrekening. De bank kent een rentevergoeding van 2,5% per jaar toe over de inleg en het saldo van de bankspaarrekening. Na 10 jaar staat een bedrag van € 68.127 op de bankspaarrekening. Door het rente-op-rente-effect ontstaat vermogensgroei: de rente wordt zowel op het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag berekend, als op de reeds verdiende rente.

Waarom kiezen voor banksparen?

• De inleg is fiscaal aftrekbaar.
• Door een goede planning kan de inleg tegen een hoger tarief in aftrek worden gebracht, en de uitkering tegen een lager belastingtarief belast (deel 2 – drieluik)
• Door het rente-op-rente-effect ontstaat vermogensgroei.
• Het saldo op de bankspaarrekening telt niet mee in de vermogensrendementsheffing in box 3.
  Dit geldt ook voor de renteaangroei op de rekening.
• Het saldo op de bankspaarrekening is gedekt door het Nederlandse Depositogarantiestelsel.
• In geval van overlijden vererft de bankspaarrekening naar je erfgenamen, geen verlies van kapitaal (deel 3 – drieluik).
• Relatief lage kosten aan de bank.

Wat kan MOS accountants & adviseurs voor jou betekenen?

Heb je interesse in deze vorm van pensioensparen, waarbij de belastingdienst meebetaalt? Of wil je weten wat jouw maximale inleg kan zijn die ook fiscaal aftrekbaar is? Neem dan contact op met het fiscaal team van MOS accountants & adviseurs: fiscaal@mosaccountants.nl of bel 0162 – 422 332.